Vrijwel alle merken (met uitzondering van Märklin) modeltreinen rijden op gelijkspanning, behalve als er sprake is van digitale trein besturing, zie hiervoor onder DCC.
Maar ook alle elektronisch apparaten werken op gelijkspanning.
Een batterij levert gelijkspanning, maar ook vrijwel elke netvoeding zoals de lader van je smartphone.
Gelijkspanning kent een + en – pool, denk maar aan de batterij. Deze mag je niet verwisselen, anders kan het aangesloten apparaat kapot gaan, tenzij het een motor of gloeilamp betreft.
In het algemeen wordt de zwarte aansluit pen van de meter verbinden met de – (min) pool van de te meten spanning, ook wel aangeduid met massa of 0 Volt.
De rode pen wordt aangesloten op de + pool van de te meten spanning.
Wat kunnen we hiermee als het om de treinbaan gaat ?
De spanning op de rails of aan de trafo uitgang meten (klassiek systeem met transformator).

Modelspoor werkt op een spanning van rond 14 Volt stel je multimeter in op de eerst volgende hogere stand.
Voor gelijkstroom (zoals Fleischmann) dus op 20 volt. Een autorange meter zet je op V⎓.
Sluit de meetpennen aan op de rail of rij spanning, meestal aangeduid met het symbool van een locomotief.
We meten de spanning voor een gelijkstroom motor die vooruit of achteruit draait afhankelijk van het aansluiten van de + en – pool. Welke pen waar komt is daarom in dit geval niet belangrijk.

Als de regelaar in de middenstand staat is er geen rij-spanning.
Bij andere typen transformatoren met vooruit / achteruit schakelaar is dit de meting als de regelaar op 0 staat.

Niet echt goed te zien, maar de regelaar is nu op maximale snelheid vooruit rijden gezet.
De meter geeft nu 15,8 Volt aan dat is de onbelaste spanning. als een locomotief gaat rijden op de aangesloten rail, gaat de spanning omlaag.
Het kan zijn dat er een minteken voor het voltage staat.

De regelaar staat nu op maximale snelheid achteruit rijden, de aangegeven spanning is nu bijna hetzelfde.
Het kan zijn dat er een minteken voor het voltage staat.
Het gedoe met het minteken is les 1 multimeter kunde.
Als je geen minteken ziet, dan staat de plus van de gemeten gelijkspanning op de rode meet pen en de 0 (massa) van de gemeten spanning op de zwarte.
Staat er wel een minteken voor de gemeten waarde, dan staat de plus van de gemeten gelijkspanning op de zwarte meet pen en de 0 spanning (massa) op de rode pen.
Andere metingen
Zo kun je ook snel zien wat er aan de hand is als een locomotief niet rijdt, kap eraf op de rail zetten transformator regelaar volledig vooruit.
Wordt de motor heet tijdens de meting, dan zit er een as of een tandwiel muurvast.
Draait de motor wel, dan zit er een tandwiel los, of mist een tandwiel een paar tandjes.
Draait de motor niet en blijft hij koud, sluit je meter dan aan op de koolborstel aansluitingen van de motor (20 Volt instellen).
Meet je geen spanning, dan is er iets mis met de stroom afnemers bij de wielen of de bedrading naar de motor.
Meet je wel spanning, dan zijn de koolborstels op, is het anker vuil of is de motor doorgebrand.